Nu is het zo geregeld dat de auteur van een Nederlandstalig nummer, elke keer
dat zijn liedje gedraaid wordt, geld krijgt van Buma. Dat is het onderdeel
van Buma Stemra dat de incasso doet voor het openbaar maken van nummers.
Wordt zijn nummer in Frankrijk gedraaid, dan incasseert de auteur van het
nummer het geld via de Franse organisatie die het aan Buma overmaakt. Buma
hanteert de volgende verdeling: een derde deel van het geld gaat naar de
tekstschrijver, een derde naar de componist en een derde naar de uitgeverij
van de muziek. Dat is vaak de platenmaatschappij.
Dat systeem druist volgens de Europese Commissie in tegen Europese
wetten van vrije handel en moet aangepakt worden. Morgen zal Eurocommissaris
Neelie Kroes tegen het monopolie van nationale spelers oordelen. Een auteur
moet zelf kunnen kiezen welke organisatie zijn rechten in het buitenland
regelt, of die nou in Nederland, België of Spanje zit.
Op deze manier kan een auteur zelf bekijken welke partij zijn rechten het
beste regelt. Dat hoeft niet per se die in zijn eigen land te zijn.
Een groep die hier fel tegen gekant is, zijn de auteurs van songteksten,
verenigd in de European Composer and Songwriter Alliance (ECSA). Deze club
staat onder leiding van Bee Gee Robin Gibb. Op 3 juli bood hij EC-president
José Barroso een brief aan, ondertekend door meer dan 220 artiesten
waaronder Charles Aznavour, James Blunt, Bryan Ferry, Julio Iglesias en Paul
McCartney.
Volgens de artiesten is het besluit van de EU vooral funest voor de
kleinere partijen. David Ferguson, componist van film- en televisiemuziek en
woordvoerder van de ECSA, meldt dat een prijzenslag zal plaatsvinden onder
de auteursrechtenorganisaties en er chaos gaat ontstaan.
"De grote partijen op het gebied van muziekrechten zullen dan kiezen voor
partijen die hun rechten het beste behartigen. Als ze niemand vinden, zullen
ze hun werk terugtrekken en bij een externe partij plaatsen. Of hun
inkomsten uit auteursrechten zelf gaan regelen.”
“Als die grote spelers wegvallen, zullen de inkomsten voor de
belangenbehartigers veel minder worden. De belangen van kleine partijen
kunnen worden behartigd bij de gratie van de grote spelers. Duizenden
songwriters zullen niet meer kunnen leven van hun inkomsten.”
Dit zou er volgens Ferguson toe kunnen leiden dat Nederlandse auteurs
niet langer vergoedingen krijgen wanneer hun werk in het buitenland openbaar
gemaakt wordt. "Voor de songwriters van nu is het allemaal nog goed
geregeld, maar voor de beginnende auteurs zou het in de toekomst erg lastig
kunnen worden."
Dat ziet ook advocaat Diederik Donk gespecialiseerd in entertainment recht: "Een
band als U2 kan gezien zijn onderhandelingspositie dan zelf bepalen welke
partij als haar muziekuitgeverij optreedt en bij welke collectieve
auteursrechtorganisatie zij zich aanmeldt. Als ze naar een collectieve
organisatie stappen die aan de muziekuitgeverij zelfs maar tien procent
uitkeert, zal de muziekuitgeverij daarmee mogelijk nog akkoord kunnen gaan.
Een beginnend auteur kan niet zoveel eisen en zal waarschijnlijk aangewezen
zijn op de keuze van de muziekuitgeverij."
Volgens de woordvoerder van Kroes is het onzin dat een prijzenslag zal
ontstaan. "Robin Gibb is niet alleen de woordvoerder van de artiesten,
maar ook de voorzitter van de Europese auteursrechtorganisaties. Dat is
misschien handig om te weten. Binnen het land zelf mogen de
belangenbehartigers nog hun eigen royalty's regelen. En omdat er geen
verschil mag zijn tussen nationale en buitenlandse artiesten, zal het
allemaal wel meevallen. Het wordt juist efficiënter."
Naast deze wijziging zal Kroes ook akkoord gaan met een nieuw systeem
voor het uitzenden van muziek, via de kabel, online of via satelliet.
Zenders die in meerdere landen een muziekwerk ten gehore brengen, hoeven
vanaf nu voor de hele EU nog maar met één instantie te werken.
Dat betekent voor iTunes dat het bedrijf per artiest slechts een overeenkomst
hoeven te sluiten, in plaats van 24 verschillende. Kroes wil met dit systeem
de online verkoop van muziek stimuleren, omdat Europa op dit gebied nog erg
achter loopt op de Verenigde Staten. Slechts 10 procent van de muziek die
verkocht wordt in de EU, is online.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl